iBestuur Congres in uw eigen tijd

Geen kans gehad om op 13 september aanwezig te zijn in de Fokker Terminal of om live aan het iBestuur Congres deel te nemen? Geen probleem: een groot deel van de sessies is nu terug te zien. Neem vooral de tijd om er af en toe een sessie uit te pikken en rustig wanneer het u uitkomt tot u te nemen. Onderstaand een paar sessies uitgelicht.

Informatiehuishouding overheid: een voor allen, allen voor een

De Toeslagenaffaire legde pijnlijk bloot dat de informatie­huishouding van de overheid zonder controle van openbaarheid in het honderd loopt, met alle leed voor de betrokkenen van dien. “In de basis is de openbaarheid van bestuur in de informatiehuishouding van de overheid wel gelukt, maar er is een veel grotere reikwijdte nodig”, aldus Dany Venema, directeur van Doc-Direkt van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op het iBestuur Congres.


“De dossiers die nu over en weer gaan zijn nog onvolledig. De burger moet alles kunnen terugvinden in zijn dossier: alle e-mails, alle appjes, alle chatberichten, alle stukken en de precieze stand van websites ten tijde van de informatie-uitwisseling. Met andere woorden: werkelijk alle informatie die ontvangen, verstuurd en gecreëerd is moet in geordende en toegankelijke staat worden gebracht.”


Er zijn momenteel alleen al bij de departementen 120 adviseurs aan het werk om de informatiehuishouding op orde te brengen. “Iedereen is bezig met zijn eigen verbeterplan en dat is best lastig.” De klus zou volgens Venema kunnen worden vergemakkelijkt als er één virtuele werkplek zou worden gecreëerd die ontzorgt en te hulp schiet waar nodig. Dat is naar zijn oordeel een belangrijke stap naar een overheid die goed geïnformeerd is en uitstekend informatie kan verschaffen om de burger goed te kunnen bedienen.


Maar er zijn meer twijfels over de staat van de informatiehuishouding en over de kansen om die snel op orde te brengen. Venema schoof aan bij een gesprek met drie andere deskundigen om de vinger op de zere plekken te leggen.

De schuldenaar en de weg naar verlichting

Dat armoedebestrijding een van de majeure maatschappelijke thema’s is geworden, kan niemand ontgaan. Uit een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek is gebleken dat momenteel 60.000 huishoudens kampen met langdurige betalingsachterstanden. In het onderzoek waren zes uitvoerings­organisaties betrokken: het CJIB, de Belastingdienst (toeslagen), DUO (studiebeurzen), de SVB, het UWV en het CAK (zorgschulden).


Het gaat om grote bedragen: gemiddeld 18 mille. Slechts 10 procent van deze schrijnende gevallen blijkt bekend met een vorm van schuldhulpverlening. “We kennen nu weliswaar de omvang van dit maatschappelijke probleem, maar we weten niet wie het zijn, want betrokken instanties mogen hun gegevens niet zomaar uitwisselen”, zegt Nina Faber, beleidsadviseur bij het CJIB. “Er is wel al samenwerking tussen CAK, CJIB en DUO via de Betalingsregeling Rijk en al bijna 10.000 mensen met schulden hebben die regeling weten te vinden. Maar het zou veel mooier zijn als we niet achteraf hun problemen oplossen maar die proactief zouden kunnen voorkomen.”


Er bestaat al privacy enhanced technology, die ervoor zorgt dat mensen die in de problemen dreigen te komen, op tijd worden benaderd zonder dat de betrokken instanties hun identiteit kennen. Desondanks valt dat onder de AVG. “Er moet een wettelijke basis komen voor het gebruik van deze technologie door de betrokken instanties. Het vraagstuk ligt inmiddels op verschillende bestuurlijke tafels. Maar we moeten ook snel de koppen bij elkaar steken om alle zes instanties te betrekken bij de toepassing van de techniek”, aldus Faber. Ronald Damhof vult aan: “We moeten ons daarbij realiseren dat, naast de techniek, gegevensdeling bijna altijd een combinatie is van technische, juridische, culturele en semantische uitdagingen.”

Een seintje dat er financiële hoop gloort

Overheidsdienstverlening waarbij burgers niet meer zelf op zoek hoeven, maar krijgen waar ze recht op hebben. Automatisch. Zonder gedoe. En in vertrouwen. Bij de zuiderburen is dit concept succesvol geïmplementeerd in onder meer de sociale zekerheid. Het Belgische voorbeeld krijgt langzaam maar zeker navolging in Nederland. Ons land telt niet minder dan 5,7 miljoen burgers met een uitkering. Een deel daarvan heeft veel moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Het gaat vaak om ‘schrijnende gevallen’ van een leven onder het bestaansminimum. Een van de oorzaken is dat veel mensen niet op de hoogte zijn van regelingen waar ze recht op hebben.


De Sociale Verzekeringsbank (SVB), die zich inzet voor bestrijding van armoede, kan die mensen niet bereiken. Als UWV en de Belastingdienst gegevens zouden delen met de SVB zou deze doelgroep wél kunnen worden bereikt. Er is een techniek ontwikkeld om data zodanig versleuteld te delen zodat de privacy en transparantie gewaarborgd blijven. Dankzij die techniek ontvangt de SVB niet het hele dossier over een burger in armoede, maar alleen een signaal dat die persoon erop moet worden gewezen dat er meer financiële regelingen voor hem zijn dan waarvan hij op dat moment gebruik maakt.


Diana Starmans, bestuurslid van de SVB, vertelde op het iBestuur Congres over een geslaagde pilot met de regeling Aanvullende Inkomensondersteuning. Die regeling voorziet in een aanvulling van het inkomen van ontvangers van onvolledige AOW. Het gaat daarbij om expats en geremigreerde ‘gastarbeiders’ die te kort in Nederland hebben gewerkt om recht op een volledige AOW op te bouwen. Hoe werkt het? En welke perspectieven opent deze pilot?

Van wetgeving naar elektronische dienst

Veel gemeenten hebben regelingen op hun website toegankelijk gemaakt voor burgers door middel van een soort juridische beslissings­systeempjes. Zo kan een burger bijvoorbeeld snel zien of hij recht heeft op een bepaalde uitkering en die ook meteen aanvragen. Al dat soort systeempjes is gebaseerd op bovenliggende wetgeving. De vormgeving van de vertaalslag van wetgeving naar zulke kleine systemen is geen sinecure en is ook een uitdaging voor de andere drie overheden.


Er zijn verschillende methodieken voor bedacht en nog in ontwikkeling. De Rijksuniversiteit Groningen, de Hogeschool van Amsterdam en de Hanze Hogeschool hebben een ‘leergemeenschap’ in het leven geroepen om studenten die op weg zijn naar een baan bij de overheid alvast te laten kennismaken met de technische vertaling van wetgeving in gebruiksvriendelijke diensten.


De leergemeenschap krijgt een elektronische leeromgeving, waar ook professionals die al werkzaam zijn bij de overheid – juristen en IT’ers – terecht kunnen om hun kennis en ervaring te updaten. “Ons initiatief is ook bedoeld als bezinning op de bestaande methodieken, ontwikkeling van nieuwe methodieken en het testen daarvan in de praktijk”, vertelt Mathieu Paapst, onderzoeker bij de Rijksuniversiteit Groningen.


Er zijn nu methoden in omloop die sterk van elkaar verschillen. De wetsanalyse bijvoorbeeld bestaat vooral uit screening van de wetstekst op uitvoeringsaspecten nog vóór die zijn beslag heeft gekregen, terwijl de techniek LegitiMaat, een audit­instrument achteraf is om de uitkomsten van een bepaald digitaal proces in kaart te brengen en te beoordelen.


“Dit gebied is zo interessant en uitdagend omdat het op het snijvlak ligt van recht en IT”. De sessie op het iBestuur Congres waarin Paapst de leergemeenschap presenteerde, is tegelijkertijd een oproep aan iedereen die zich bezighoudt met de vertaalslag van wetgeving naar IT om aan te haken. “Wat is jouw opdracht en kunnen wij daarbij iets voor jou betekenen? Iedereen mag zich aangesproken voelen, want daarmee groeit de gemeenschap en haar kennis.”

Alertheid op kansen en gevaren van AI

“Mijn organisatie kan niet zonder artificial intelligence”, zo luidde een van de stellingen in de sessie op het iBestuur Congres die in het teken stond van de stormachtige opmars van AI. De reactie van de zaal was veelzeggend: slechts twee aanwezigen gaven aan dat hun organisatie er (nog) niets mee doet. AI is voor veel organisaties een gegeven, vaak zonder dat medewerkers weten dat zij er dagelijks gebruik van maken.


De sessie onder leiding van inspecteur-generaal Angeline van Dijk van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) maakte duidelijk dat iedereen zijn oren spitst als de term AI valt. Een mengeling van angst, hoge verwachtingen en gezond wantrouwen beheersen de discussie. Er is heel veel gaande, niet alleen razendsnelle technische ontwikkelingen, maar ook naarstige beleidsvorming en regelgeving. Binnenkort wordt de Europese AI Act van kracht, gericht op innovatie in een duidelijk gereguleerd kader: Europese bedrijven krijgen de kans om in regulatory sanboxes AI-innovaties voor elkaar te krijgen, waardoor de EU minder afhankelijk wordt van wat de VS en China te bieden hebben.


Naast kansen zijn er ook risico’s: “Er is een soort black box: veel is nog onbekend, onbegrepen en ongrijpbaar”, zegt Van Dijk. “Systemen kunnen bijvoorbeeld gaan hallucineren en blijken soms gevoelig voor manipulatie. Zulke high risk systems moet de inspectie heel goed onderzoeken.” De RDI heeft inmiddels een AI-kenniscentrum opgericht en werkt aan een AI-Lab, waar systemen zullen worden getest. Per slot van rekening heeft de inspectie de taak om de digitale infrastructuur te vrijwaren van slechte en of riskante producten.

Baas in eigen cloud en snel graag!

Overheden danken in rap tempo hun servers af en stappen over op de cloud. Handig, maar riskant. Er zijn hard standaarden nodig om onder andere portabiliteit van gegevens, cloud-interoperabiliteit en informatieveiligheid te waarborgen. Verplichte standaarden, maar… welke? En op welke Europese en internationale standaardisatie-activiteiten voor cloud moeten en kunnen de overheid en de private sector nog invloed uitoefenen?


Deze en andere cruciale vragen werden bediscussieerd op het iBestuur Congres in een sessie met de veelzeggende titel ‘Baas in eigen cloud’, onder leiding van Larissa Zegveld, directeur van de stichting Kennisnet.


Toen staatssecretaris Van Huffelen (digitalisering) besloot dat overheden hun data in de cloud mogen onderbrengen, haastte het Forum Standaardisatie zich te waarschuwen dat zo’n overstap heel zorgvuldig en doordacht moet geschieden. Er zouden snel eenduidige, verplichte standaarden moeten worden ontworpen en afgekondigd.


“Een groot deel van ‘de cloud’ is in handen van een klein groepje grote Amerikaanse en Chinese techbedrijven”, aldus Zegveld. Het is voor kleine aanbieders en starters vrijwel onmogelijk om die markt succesvol te betreden. Standaardisatie zal een level playing field helpen creëren, waardoor er meer diversiteit in het aanbod komt en overheden dus meer keuzevrijheid krijgen.


In de huidige markt zijn de publieke waarden waarop overheidsbeleid stoelt lang niet altijd in goede handen bij dat kleine clubje giganten. Nederland is te klein om zelf greep te krijgen op de cloudmarkt en moet hoognodig aanschuiven aan de Europese tafels. “Wij zijn koplopers in internetsecurity en veiligheidsstandaarden maar bemoeien ons te weinig met wat de ontwikkeling van technische specificaties en eisen die Europa meer houvast geeft.” Zegveld benadrukte dat expertise op dit gebied niet voor het oprapen ligt. De urgentie wordt inmiddels wel gevoeld, zo neemt zij waar, maar er is sprake van ‘handelingsverlegenheid’.

Plenaire opening

Plenair openingsprogramma met Tjarda Struik; de ‘blindfluencer’ en beoogd burgemeester van Leiderdorp, vertelt wat ‘verbeelding’ voor haar betekent en hoe zij naar een inclusieve en digitale overheid kijkt.

Plenair Verbeeldingsdebat

Tijdens het plenaire ‘Verbeeldingsdebat’ in de middag zitten aan tafel Alexandra van Huffelen, staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering, Reinier van Zutphen, Nationale Ombudsman. Zij gaan in gesprek over hoe we samen een betrouwbare, mensgerichte en toekomstbestendige overheid inrichten. Welke overheid willen we zijn, hoe organiseren we dat? Wat voor soort leiders heb je dan nodig? Wat kunnen we leren van wetenschap en bedrijfsleven? Verbeeld je de ‘overheid van de toekomst’ en hoe komen we daar?


Marleen Stikker, oprichter van Waag, Nitesh Bharosa, hoogleraar Gov Tech aan de TU Delft, Jeannine Peek, Boegbeeld topsector ICT-SER, Medy van der Laan, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken en Eppo van Nispen tot Sevenaer schuiven aan, delen hun ervaringen, visie en verbeeldingskracht.