De spelregels van innovatie

Jan van Ginkel zoekt balans tussen divergeren en convergeren

Digitale innovatie gaat Jan van Ginkel, concerndirecteur en loco-provinciesecretaris van de Provincie Zuid-Holland, aan het hart. Hoe zorgt hij ervoor dat dit binnen de provincie met succes verloopt? “Als er nog weinig concreets gebeurt laat ik graag duizend bloempjes bloeien. Maar op enig moment moet je ingrijpen, of tenminste bijsturen en het in een bloembedje zetten.”

Tekst: HELEEN HUPKENS BEELD: SHUTTERSTOCK

Hij loopt graag voorop met nieuwe ideeën over wat digitalisering kan brengen voor de overheid. Zo wierp hij op iBestuur.nl samen met Paul Strijp van de provincie Noord-Holland al eens de discussie op over de achterhaaldheid van de beleidscylus waar ambtenaren nog steeds mee grootgebracht worden. Met jonge ambtenaren werkt hij aan de uitwerking van het concept ‘overheid als platform’. In juni is de provincie gastheer van GovTechDay.


“Innovatie is niet los verkrijgbaar. Voor mij hangt het nadrukkelijk samen met een maatschappelijke opgave,” zegt Van Ginkel. “En het moet verbonden zijn met het primaire proces, of aan de business, hoe je het ook maar noemen wilt.” Het laatste vindt hij bijzonder relevant voor de overheid. “Ik moet ook kunnen verantwoorden waarom ik innoveer.”


“Het helpt in de praktijk als je innovatie ook een beetje institutionaliseert,” vervolgt hij. “Zo krijg je het in een bureaucratie beter voor elkaar.” Van Ginkel heeft binnen de provincie een innovatieprogramma ingericht. “Er is een officieel innovatieteam met mensen, geld en een leidinggevende. Wat overigens niet wil zeggen dat het beperkt blijft tot dit team. Innovatie vindt op diverse plekken binnen de organisatie plaats.”

Jan van Ginkel: “Ik moet ook kunnen verantwoorden waarom ik innoveer.”

Het helpt in de praktijk als je innovatie ook een beetje institutionaliseert

Bloembed

Als er nog weinig vernieuwende oplossingen bekend zijn voor een vraagstuk laat Van Ginkel graag ‘duizend bloemen bloeien’. “Wie een goed idee heeft kan wat mij betreft aan de slag. Maar als het duur of chaotisch dreigt te worden moet je ingrijpen of tenminste bijsturen en het in een bloembedje zetten.” Het is elke keer de balans zoeken tussen convergeren en divergeren. Soms pakt hij een project even op om het wat strakker in te regelen qua capaciteit, budget, enzovoort. Een volgend moment geeft hij medewerkers weer de ruimte. “Dat is steeds het spel dat je moet spelen. Wat je in ieder geval niet moet doen is met je vingers aan die innovatie zitten. Daar wordt het meestal niet beter van.”


Zelf trekt hij overigens ook graag de kar. “Maar ik probeer het vervolgens zo snel mogelijk weer los te laten en het eigenaarschap weer bij anderen neer te leggen. Ik wil dat nnovatie kenmerk is van ons hele organisatiesysteem.” Zijn initiatief om naar de overheid te kijken als platform wordt nu getrokken door collega’s. “Fantastisch, ik doe daar nu niets meer aan. Ja, af en toe een beetje uithangbord zijn.”


Draagvlak organiseren

Een innovatie moet geborgd zijn door de ambtelijke top en bestuurders. “Als het aan de top niet geborgd is, dan wordt het op de werkvloer wel heel erg ingewikkeld,” zegt Van Ginkel. “En ze moeten snappen dat je het niet helemaal moet willen organiseren en inregelen. Het gaat wel over innovatie. Dus wat je bestuurlijk en hoog ambtelijk doet, is de randvoorwaarden creëren.”


Belangrijker nog is dat een maatschappelijke opgave niet iets is van alleen een provincie of gemeente. “Je doet het altijd met partners, met het ecosysteem. Dus ga niet in een hoekje van je gebouw innovatie lopen bedenken. Doe dat in samenspraak met andere overheden, KPN, Shell of met boeren. Doe het altijd in het netwerk.” Het heeft volgens hem geen zin om te innoveren als de omgeving niet mee innoveert. “Dan heb je mismatch.”

Wat je als leiding­gevende in ieder geval niet moet doen is met je vingers aan die innovatie zitten

Opschalen

Waar de overheid vooral mee worstelt is het opschalen van innovaties. “Een innovatie bedenken en uitvoeren lukt allemaal wel met de goede mensen. Maar ze opschalen, dat is ontzettend ingewikkeld. Daar werken we in IPO-verband aan en ook samen met de VNG, maar ik heb de gouden sleutel er nog niet voor gevonden.” Dat heeft niet zozeer te maken met het not invented here-syndroom, denkt hij, meer met de dynamiek van verschillende organisaties. Het komt nèt niet uit of er worden andere prioriteiten gesteld.


“Wat in ieder geval niet werkt, is iets bedenken en dan proberen het aan een ander te verkopen. Beter is in een heel vroeg stadium zoveel mogelijk partijen te verbinden aan een maatschappelijke opgave, zodat die innovatie van hen allemaal is, dus het eigenaarschap zo vroeg mogelijk met elkaar te delen.”


Databanken met innovaties?

Natuurlijk is het zaak om te onderzoeken of er al oplossingen bestaan voor een specifiek probleem. Maar vaak zijn die er volgens hem niet. “Dan moet je zelf dingen ontwikkelen. In mijn organisatie worden deep learning algoritmes geprogrammeerd, omdat er gewoon in de markt niks te vinden is.” Zou een databank met innovaties kunnen helpen? Van Ginkel moet lachen… Hij ziet niets in formele registraties en zoekt het meer in zijn eigen netwerk. “Ik weet welke mensen ik moet bellen als ik een idee heb. Innovatie is mensenwerk. Ik snap de behoefte aan overzicht en transparantie en ik vind het ook geen onzin, maar ik heb een beetje een haatliefde verhouding met dit soort dingen.”

Vijf spelregels voor innovatie

1

Een innovatie hangt nadrukkelijk samen met een maatschappelijke opgave

2

Innovatie moet institutioneel ingebed zijn in de organisatie

3

Het aansturen van innovatie is een proces van divergeren en convergeren

4

Innovaties zijn kansloos zonder draagvlak bij de ambtelijke top en bij het bestuur

5

Innovatie doe je samen met partners in het ecosysteem

Deel dit artikel: