De Rijksdienst wordt nooit meer hetzelfde

Zonder noemenswaardige problemen schakelde de hele Rijksdienst in één weekend over op online werken, na de lockdown in maart. Vaker thuis werken is blijvend, verwacht Maarten Schurink, secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit maakt de digitale overheidsagenda‘s NL DIGIbeter en de Strategische I-agenda Rijksdienst extra relevant, zegt zijn collega Marieke van Wallenburg, directeur-generaal Overheidsorganisatie (BZK). 

Door Marjan Arenoe

Beeld Arenda Oomen

Wat is de impact van corona op de ontwikkeling van de informatiesamenleving en de digitale overheid? Verschiet de – net geactualiseerde digitale agenda NL Digibeter ineens van kleur? Een dubbelinterview met Schurink en Van Wallenburg.


Hoe ging het eraan toe op het ministerie na het afkondigen van de intelligente lockdown?

Schurink: “De dag nadat de intelligente lockdown was afgekondigd, hebben we meteen gezegd: werk vanuit huis. Dat was op een vrijdag. Dat weekend hebben we een enorme inspanning gedaan om te zorgen dat alles kon doordraaien. Door een gelukkig toeval waren we juist begonnen met het invoeren van Webex voor videoconferenties; dit is in dat bewuste weekend enorm versneld. We hebben toen veel tijd besteed aan het vergroten van de bandbreedte, zodat iedereen die geen pandgebonden functie had vanuit huis digitaal kon werken. Op maandag zaten we met onze vingers gekruist, maar het is helemaal goed gegaan, wat kleine problemen daargelaten. Dit was een flinke opsteker. Het is knap hoe flexibel ambtenaren erop hebben ingespeeld. De arbeidsproductiviteit op het ministerie is over de hele linie op peil gebleven. Dit is een groot compliment waard voor al die medewerkers.”


Wat zijn de voor- en nadelen?

Schurink: “Een mens is een sociaal wezen. Ik mis het persoonlijk contact met de mensen die ik altijd veel zag: het secretariaat, de bestuursadviseur of de leden van de bestuursraad. Het is leuker als je eventjes iets kunt zeggen tussendoor. Of elkaar even aan kunt kijken. Voor de uitkomst maakt het niet uit, maar ik mis het. Ik ben ook meer gaan werken. De hele dag zijn er calls, ’s avonds kom ik er pas aan toe om alles te verwerken. Het is een voordeel dat ik ’s morgens met mijn gezin kan ontbijten, normaal zat ik dan allang in de auto naar Den Haag. Nu ga ik daar alleen nog heen voor zaken die niet online kunnen, al zit ik in Den Haag soms alsnog via een scherm te videobellen.”


Zijn de veranderingen blijvend? Versnelt corona de verdere digitalisering van de Rijksdienst?

Van Wallenburg: “De versnelling was er al, maar corona heeft het versterkt. Ik denk dat de veranderingen blijvend zijn. We zijn volop aan het nadenken hoe de Rijksoverheid er over twee of drie jaar uitziet in de structurele situatie. We verwachten dat het hybride werken wordt; mensen werken geregeld vanuit huis en soms zijn ze op kantoor. In alle gebouwen kan dat. De digitale voorzieningen zijn er, zoals vergaderruimtes met grote schermen zodat ook mensen op afstand kunnen meedoen. We moeten wel nadenken over wat het betekent voor de inrichting van onze gebouwen. Cruciaal is uiteraard dat de digitale voorzieningen veilig zijn.”

Dit is een les: simpele en eenduidige regelgeving leidt tot makkelijker
digitaliseren en betere dienstverlening

Is corona een impuls voor de digitalisering van de dienstverlening?

Van Wallenburg: “Die heeft in de afgelopen jaren al een boost gekregen. Gemeenten zijn voortvarend met het moderniseren van de dienstverlening, ze zijn ook heel actief in de interbestuurlijke agenda NL Digibeter. Ik zie wel dat corona nut en noodzaak van goede en veilige digitale dienstverlening onderstreept.”


Wat is het effect van corona op uitvoeringsorganisaties, zoals de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) en Logius?

Schurink: “Op sommige diensten was het effect groot omdat ze hun primaire proces niet konden uitvoeren. Bij de RvIG ging de afname van paspoorten naar nul. Ook het Kadaster kon er een tijd niet op uit om in het veld grenzen vast te stellen. Het CBR kon geen rijexamens afnemen. Het zijn allemaal werkzaamheden die weer aantrekken, maar het vraagt wel dat jen het financieel inhaalt of uitspreidt. Bij de overheid raakt dit de belastingbetaler. We moeten dit daarom efficiënt oplossen en zo min mogelijk geld uitgeven. Bij andere uitvoeringsdiensten is het juist extreem druk geweest. Zo zie je bij Logius hoe goed alles werkt. DigiD bijvoorbeeld, dat lag er de afgelopen maanden nooit uit, ook niet wanneer het zwaarder werd belast. Dat geldt ook voor MijnOverheid. De voorzieningen onder de oppervlakte, zoals Digipoort, hebben goed doorgedraaid. Voor de zekerheid hebben we daar wel extra ‘dijkbewaking’ op gezet.”


Wat vindt u van de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)?

Schurink: “Gemeenten en het UWV hebben daarin de belangrijkste rol. Het is knap hoe ze in zo korte tijd de online uitvoering op touw hebben gezet. De NOW en de Tozo zijn in eerste instantie vrij simpel gehouden, daardoor waren ze goed te digitaliseren. De online dienstverlening kon snel tot stand komen. Dit is een les: simpele en eenduidige regelgeving leidt tot makkelijker digitaliseren en betere dienstverlening. De hamvraag is hoe je dit soort voordelen voor de toekomst kunt behouden. Het is een uitdaging, want er zijn allerlei patronen die maken dat regelingen weer ingewikkeld worden. Denk aan de flexwerkers die in de eerste regelingen niet waren meegenomen. Die groep is wel getroffen, maar de regeling was moeilijker te ontwerpen. En een ingewikkelde regeling is moeilijker uitvoerbaar.

Hoe zorgen we dat
iedereen kan meedoen, ook de mensen die niet
digitaal vaardig zijn?

Wat doet u met zo’n inzicht?

Schurink: “We zetten het op de agenda voor een betere uitvoering. Ik wil met collega’s om tafel om de lessen van de coronacrisis extra te onderstrepen. Bij de Tozo en de NOW zaten de uitvoerders bij het proces van regelgeving aan tafel. Zij hebben meegedacht over de regels om ze goed uitvoerbaar te maken. Ook ICT’ers waren daarbij. Ik ben er trots op dat we er steeds beter in slagen om elementen van de generieke digitale infrastructuur – de Basisregistratie Personen, het Handelsregister, DigiD – aan elkaar weten te verbinden. Met als doel dat burgers in steeds mindere mate gegevens nogmaals in hoeven te vullen die al bij de overheid bekend zijn.”


Verschiet de interbestuurlijke digitale agenda NL Digibeter van kleur door de coronacrisis?

Van Wallenburg: “De pijlers blijven bijna hetzelfde, maar van sommige onderwerpen is nog duidelijker geworden hoe relevant ze zijn. Inclusie is er zo een. Hoe zorgen we dat iedereen kan meedoen, ook de mensen die niet digitaal vaardig zijn? Daarvoor moeten we extra aandacht hebben. Een ander groot vraagstuk is het borgen van publieke waarden en grondrechten. Dat dit een extra accent verdient, is in de afgelopen maanden wel duidelijk geworden.”


Hoe zet u dit om in concrete actie?

Van Wallenburg: “Denk aan een programma als Direct Duidelijk, dat is gericht op begrijpelijke taal van de overheid. We hebben een Alliantie Digitale Samenleving waarbij we met partners en bedrijven in het land elkaars netwerken en infrastructuurinzetten om mensen te helpen. Op veel plaatsen zijn informatiepunten geopend met cursussen om mensen digitaal vaardig te maken. Onlangs zijn oude computers van de Rijksoverheid refurbished en beschikbaar gesteld aan ouderen die deze nodig hebben. Om dit soort voorbeelden gaat het. En op het punt van grondrechten en privacy: BZK geeft dit altijd een plek bij het ontwikkelen van technologie en in nieuwe wetten. De vraag ‘hoe borg je fundamentele rechten’ wordt voortdurend gesteld.”


De digitale agenda NL Digibeter wordt elk jaar geactualiseerd. Wat zijn dit jaar de accentverschuivingen?

Van Wallenburg: “Er is een passage over corona toegevoegd met een doorkijk naar de toekomstige effecten daarvan. Verder is de impact van datagedreven werken zo groot dat hiervoor een aparte agenda is ingericht: in NL DIGIbeter wordt verwezen naar deze agenda. De ontwikkeling van de generieke digitale infrastructuur, inclusie en het waarborgen van grondrechten hebben extra accenten gekregen. Sinds de eerste Agenda Digitale Overheid: NL DIGIbeter wordt steeds meer duidelijk waar de focus van de overheid ligt en hoe we dit vertalen in acties.” 


Hoe doet Nederland het als digitaal land in de internationale vergelijking?

Van Wallenburg: “Behoorlijk goed. Dat blijkt met regelmaat. Twee weken geleden werden we nog uitvoerig gecomplimenteerd door collega’s uit Duitsland. Veel Europese landen zijn geïnteresseerd in onze aanpak voor het borgen van publieke waarden en de actielijnen die daarbij horen. Dit is zeker geen reden voor zelfgenoegzaamheid, we moeten de ambitie vasthouden. Dat is heel hard nodig, maar grosso modo doen we het goed. Ook op het gebied van digitaal werken. Ik vind het nog steeds ongelooflijk hoe alle bedrijven en de hele overheid het in een paar dagen voor elkaar hadden om online gewoon door te gaan met het werk na de lockdown. Dat is zeker iets om trots op te zijn.”

Deel dit artikel: