Commissiedebat Wet open overheid

‘Meer balans tussen belang openbaarheid en uitvoerbaarheid’

20 maart 2025 werd er gedebatteerd over de stand van zaken van de Wet open overheid (Woo) in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Jolein Baidenmann, plaatsvervangend directeur Open Overheid en manager openbaarheid bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, kijkt terug op een constructieve bijeenkomst. ‘Het gaat nu meer over de balans, zie ik. Ja, openbaarheid blijft belangrijk, maar uitvoerbaarheid is dat ook.’

Tekst Mariëlle de Groot

Beeld Shutterstock

Het afgelopen jaar zijn er veel stappen gezet op het gebied van open overheid. Een kleine greep: de verplichting tot het actief openbaar maken van de eerste informatiecategorieën. Daarnaast is in de nieuwe ambtseed voor rijksambtenaren verankerd dat je zorgvuldig omgaat met informatie en bijdraagt aan open overheid. Er is een Rijksdashboard Woo-verzoeken ontwikkeld. De Tweede Kamer ontving vele beleidsbrieven en stelde vele vragen over openbaarheid. Het Adviescollege Overheidsinformatie (ACOI) en maatschappelijke stakeholders schreven adviezen en onderzoeken.


Daarom was dit commissiedebat aangevraagd, vertelt Baidenmann. ‘De Kamer wilde met minister Uitermark van BZK in gesprek over alle nieuwe ontwikkelingen rondom de Woo en had daar kritische vragen bij.’ Het was een drietrapsraket. Eerder deelden wetenschappers, vertegenwoordigers van bestuursorganen en journalisten in een rondetafelgesprek hun ervaringen met de Kamerleden. Voorafgaand aan het debat kregen de commissieleden bovendien in een technische briefing toelichting op de wet en de stand van zaken in de uitvoering. De Kamer liet zich dus goed informeren.


Privacy van boeren

Baidenmann kijkt terug op een dynamisch debat. Ze ziet twee hoofdthema’s: het spanningsveld tussen transparantie en privacy, en de uitvoerbaarheid van de wet. ‘Op basis van de Woo worden normaal gesproken geen persoonsgegevens openbaar gemaakt. Maar voor emissiegegevens gelden andere regels. Deze regels zijn vastgelegd in Europese verdragen en richtlijnen die het recht om te leven in een gezonde leefomgeving beschermen. Wanneer het om emissiegegevens gaat, kan het bedrijfsadres van een boerenbedrijf daardoor bij een Woo-verzoek openbaar worden gemaakt. Voor boeren is het bedrijfsadres vaak ook hun woonadres. Een aantal van hen heeft te maken met bedreigingen en intimidatie. Het debat ging over de vraag of die openbaarheid vanuit de Woo de privacy van boeren aantast. En: zou de overheid geen zorgplicht moeten hebben, zodat deze gegevens niet zo makkelijk misbruikt kunnen worden?’


De minister nam de zorgen van de boeren heel serieus, zag Baidenmann. ‘Iedereen is natuurlijk tegen intimidatie en bedreiging. Maar je zou kunnen zeggen: het feit dat deze gegevens openbaar zijn, is daar niet de oorzaak van.’ Baidenmann zag wel dat de bedreiging van boeren de minister aan het hart gaat. ‘Ze heeft toegezegd te kijken of en hoe dat anders kan binnen de ruimte die de wet en de verdragen daarover bieden.’

Jolein Baidenmann: ’De vele Woo-verzoeken brengen een grote uitvoeringslast mee.’

beeld: henriëtte guest

‘Bij 70 procent van de Woo-verzoeken wordt de wettelijke termijn niet gehaald. Dat is echt een zorg’

Uitdagingen in de uitvoering

Het tweede thema waren de uitdagingen in de uitvoering van de wet. Baidenmann licht toe: ‘Bij ongeveer 30 procent van de Woo-verzoeken wordt de wettelijke termijn gehaald, bij 70 procent dus niet. Dat is echt een zorg.’ Hierover komen twee elementen steeds terug. ‘De ene kant is: er moet nog veel gebeuren bij de overheden: processen kunnen slimmer, bijvoorbeeld door inzet van nieuwe technologie. Voor iedereen is duidelijk dat daar nog werk aan de winkel is.’ Op termijn moeten ook actieve openbaarmaking en een verbeterde informatiehuishouding de uitvoering versnellen. ‘De andere kant van de balans is dat de vele Woo-verzoeken, naast het andere werk, een grote uitvoeringslast met zich meebrengen.’


Voorheen werden deze problemen nog wel eens toegeschreven aan onwil aan de kant van de overheid. Dat wordt gelukkig minder, zegt Baidenmann. Ze herkent die onwil ook niet, en ziet een hoge werklast en soms grote zorgvuldigheid als voornaamste verklaring. ‘Een paar specialisten op een onderwerp moeten zowel beleid maken, vooruitkijken, Kamervragen beantwoorden als Woo-verzoeken afhandelen. Omdat zij het best kunnen inschatten welke documenten aansluiten bij wat de verzoeker nodig heeft. Zeker bij een politiek gevoelig onderwerp als stikstof of corona is het aantal Woo-verzoeken groot en de werklast hoog.’


Daar komt nog bij: Nederland heeft vergeleken met andere landen een zeer ruim openbaarheidsregime. In tegenstelling tot andere landen vallen hier ook interne documenten, e-mails en app-berichten onder het recht op openbaarheid. ‘Als je dat goed wilt doen, is dat heel veel beschikbare informatie,’ benadrukt Baidenmann.

Nederland heeft vergeleken met andere landen een zeer ruim openbaarheidsregime

Uitdagingen in de uitvoering

Het tweede thema waren de uitdagingen in de uitvoering van de wet. Baidenmann licht toe: ‘Bij ongeveer 30 procent van de Woo-verzoeken wordt de wettelijke termijn gehaald, bij 70 procent dus niet. Dat is echt een zorg.’ Hierover komen twee elementen steeds terug. ‘De ene kant is: er moet nog veel gebeuren bij de overheden: processen kunnen slimmer, bijvoorbeeld door inzet van nieuwe technologie. Voor iedereen is duidelijk dat daar nog werk aan de winkel is.’ Op termijn moeten ook actieve openbaarmaking en een verbeterde informatiehuishouding de uitvoering versnellen. ‘De andere kant van de balans is dat de vele Woo-verzoeken, naast het andere werk, een grote uitvoeringslast met zich meebrengen.’


Voorheen werden deze problemen nog wel eens toegeschreven aan onwil aan de kant van de overheid. Dat wordt gelukkig minder, zegt Baidenmann. Ze herkent die onwil ook niet, en ziet een hoge werklast en soms grote zorgvuldigheid als voornaamste verklaring. ‘Een paar specialisten op een onderwerp moeten zowel beleid maken, vooruitkijken, Kamervragen beantwoorden als Woo-verzoeken afhandelen. Omdat zij het best kunnen inschatten welke documenten aansluiten bij wat de verzoeker nodig heeft. Zeker bij een politiek gevoelig onderwerp als stikstof of corona is het aantal Woo-verzoeken groot en de werklast hoog.’


Daar komt nog bij: Nederland heeft vergeleken met andere landen een zeer ruim openbaarheidsregime. In tegenstelling tot andere landen vallen hier ook interne documenten, e-mails en app-berichten onder het recht op openbaarheid. ‘Als je dat goed wilt doen, is dat heel veel beschikbare informatie,’ benadrukt Baidenmann.


Slimmer en sneller

Het programma Open Overheid werkt samen met partners aan verschillende manieren om de Woo-processen te verbeteren. Dat begint met het scherper krijgen van de zoekvraag: naar welke specifieke informatie is een vrager op zoek? Een nieuw Woo-formulier liet in de testfase zien dat het bezoekers hielp om dat duidelijker aan te geven. Een tweede manier daarvoor is contact opnemen met de vrager: ‘We willen dat standaard is dat de overheid snel contact opneemt met de verzoeker. Goed doorvragen helpt om tot de kern van de vraag te komen. De winst zit dan aan twee kanten: de verzoeker voelt zich gehoord en kan aangeven waar hij of zij echt naar op zoek is. Voor degene die de vraag behandelt, scheelt dit veel werk.’


Ook innovatie biedt mogelijkheden. Zo is de applicatie Zoek- en Vind en laksoftware beschikbaar voor alle overheden. Vanuit de commissie kwam de suggestie meer AI in te zetten. Daar is Baidenmann het mee eens. ‘We hopen dat technische innovatie het straks mogelijk maakt dat je aan een slimme AI-toepassing je zoekvraag kunt stellen en dat daarna de goede informatie naar boven komt.’ Ze benadrukt dat de overheid voorzichtig is om AI-toepassingen los te laten op de eigen informatiesystemen en AI verantwoord wil inzetten.

‘Wanneer de openheid verdwijnt, volgt de democratie niet lang daarna’

Procesoptimalisatie

Tot slot wordt gekeken naar procesoptimalisatie. Baidenmann: ‘Er zijn veel stappen in het proces naar openbaarmaking. We onderzoeken hoe we die optimaal kunnen inrichten.’ BZK geeft het goede voorbeeld. ‘Zo heeft het departement de “parafenlijn’’ verkort; het aantal mensen dat een bepaald besluit tot openbaarheid moet goedkeuren. In sommige gevallen moest dat door naar een directeur-generaal of zelfs een minister. Inmiddels is de directeur in de meeste gevallen het hoogste niveau. Daarmee win je tijd is de verwachting. Wanneer blijkt dat deze maatregel leidt tot substantiële versnelling, komt deze mogelijk in de procesbeschrijving die het programma na de zomer publiceert. Daarin komt ook de aanbeveling om het eigen proces inzichtelijk te maken, zodat de buitenwereld weet: zo doet deze organisatie het.’


Een constructief gesprek

Baidenmann kijkt tevreden terug op het debat. ‘Het was een constructief gesprek waarbij de minister en de Kamer samen hebben besproken hoe belemmeringen kunnen worden weggenomen en hoe we dit systeem goed kunnen laten functioneren. Het ging meer over de inhoud en minder over het feit dat de overheid openbaarheid niet zou willen. Ik hoorde vragen als: “Leveren die investeringen wel wat op?” Of: “Helpen dwangsommen bij het beter halen van termijnen?” En: “Hoe kunnen we misbruik van de Woo voorkomen?” Maar ook: openbaarheid is een groot goed van de democratie. Allemaal terechte punten. Het onderzoek naar de uitvoeringslast dit jaar en de evaluatie van de Woo die eind dit jaar start, bieden ruimte om dit goed af te wegen.’


Open samenwerking

Wat Baidenmann betreft trekt haar programma meer op met de andere ‘open’ vakgebieden: open data, open source, open inkoop en open budgetting. ‘Mijn beeld voor een volgende stap is om te kijken hoe we daar meer eenheid in kunnen krijgen. Zodat je meer samen op kunt trekken en van elkaar kunt leren.’

Het doel van de wet blijft overeind, verzekert ze. ‘We blijven doorwerken aan het stelsel van openbaarheid. Een belangrijke randvoorwaarde voor een moderne democratie, en bovendien het spreekwoordelijke kanariepietje in de kolenmijn. Wanneer de openheid verdwijnt, volgt de democratie niet lang daarna.’

Deel dit artikel:

E-mail
Twitter
LinkedIn