Samen aan de slag voor een betere informatierelatie

Heldere doelen, en nu actie

Maatschappelijke organisaties, bedrijven en kennisinstellingen willen de overheid helpen bij het verbeteren van de informatierelatie tussen overheid en burger. De maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken overhandigde daartoe tijdens het ECP Jaarfestival 2022 haar manifest aan Lucas Lombaers, directeur van het rijksbrede programma Open Overheid.

Tekst Marieke Vos

Beeld iBestuur/Shutterstock, Nina Schollaardt

Werken aan een gelijkwaardige informatierelatie tussen overheid en burger is een actueel thema, wat ook blijkt uit het grote aantal belangstellenden dat de sessie van de maatschappelijke coalitie wil bijwonen. Voor tientallen mensen is geen stoel meer vrij in de zaal van de Fokker Terminal, tijdens het ECP Jaarfestival 2022. Helaas moeten degenen die staan de zaal verlaten, op last van de brandweer. Degenen die mogen blijven worden welkom geheten door debatleider Marc van Hilvoorde, plaatsvervangend CIO Rijk en lid van Forum Standaardisatie. “De versterking van de informatiepositie van de burger staat al meer dan tien jaar op de agenda en is nog steeds urgent en actueel. De doelen zijn helder. Maar hoe we daar komen is de uitdaging.”


Driedubbele politieke trekkracht

De maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken wil de overheid helpen om die doelen te bereiken. De coalitie is een initiatief van het Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (RDDI), NLdigital en iBestuur. Het is een platform van maatschappelijke organisaties, overheden, bedrijven en kennisinstellingen en ging van start op het ECP Jaarfestival 2021. Nu, een jaar later, publiceert het een manifest waarin het namens alle aangesloten partijen zeven zorgen en zeven oplossingen presenteert, waar het samen met de overheid aan wil werken.


Eppo van Nispen tot Sevenaer, ambassadeur van de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken en directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, overhandigt tijdens de sessie op het festival het manifest aan Lucas Lombaers, directeur van het rijksbrede programma Open Overheid. Lombaers: “Er is rijksbreed veel overeenstemming over de richting, er zijn gelijkgestemde ambities en we hebben driedubbele politieke trekkracht, met een minister en twee staatssecretarissen die zich inzetten voor de verschillende aspecten van de informatiehuishouding en de open overheid. Nu moeten we waarmaken wat we beloven en daarvoor wil ik heel graag met jullie in gesprek. Zodat dit een traject wordt waar we later met een goed gevoel op kunnen terugkijken, omdat we samen de juiste stappen hebben gezet.”

Eppo van Nispen tot Sevenaer overhandigt namens de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken het manifest aan Lucas Lombaers, directeur van Open Overheid.

Zeven zorgen en oplossingen

Het manifest schetst zeven zorgen en zeven oplossingen. Zoals, als zorg, de vertrouwenscrisis tussen niet alleen burgers en overheid maar ook tussen Kamerleden en ambtenaren. En een zwakke informatierechtspositie van burgers ten opzichte van de overheid. Als oplossingen worden onder meer genoemd het aanpassen van de ambtelijke eed, met beloften over transparantie. En het verbeteren van de toegankelijkheid van overheidsinformatie.


Tijdens de sessie gaan diverse vertegenwoordigers van partijen die deel uitmaken van de maatschappelijke coalitie met elkaar in debat over stellingen die zijn gerelateerd aan deze zorgen en oplossingen. De eerste stelling is dat niemand een goed beeld heeft van de behoeften van de burger, omdat ‘de burger’ niet bestaat.


Serv Wiemers, directeur Open State Foundation, vindt dat helemaal geen probleem: “Die behoefte moet je niet in kaart willen brengen, want dat is niet belangrijk. Wat je wel moet doen, is zoveel mogelijk informatie open toegankelijk maken. Dan kunnen burgers zelf vinden waar zij behoefte aan hebben.” “We hoeven de burger inderdaad niet per se te kennen, maar we moeten wel in beeld hebben welke verwachtingen burgers hebben over de overheidsdienstverlening”, vult René Corbijn, hoofd Beleid en Public Affairs bij NLdigital, aan. Jacqueline Rutjens, directeur RDDI: “Het is niet erg dat we niet weten wat de burger wil, maar het is wel erg dat we denken te weten wat de burger wil. De valkuil van denken voor een ander moeten we vermijden.”

Burgers weten niet wat ze kunnen vragen en ambtenaren zijn terughoudend in het verstrekken van informatie

Traagheid Woo-verzoeken

Op tijd reageren op verzoeken in het kader van de Wet open overheid blijkt lastig voor de overheid. Waarom kost het zoveel tijd om een Woo-verzoek te beantwoorden, is een volgend punt in de discussie. Verschillende redenen worden genoemd. Bram Klievink, hoogleraar Digitalisering en publiek beleid bij de Universiteit Leiden : “Een reden is de complexiteit van systemen die niet goed op elkaar aansluiten, zeker als het gaat om informatie die bij verschillende departementen ligt. Gelukkig wordt er nu door de Rijksoverheid fors geïnvesteerd in de informatiehuishouding. Ik hoop dat wordt gekozen voor een systeem waarin alle departementen op een vrij eenvoudige manier informatie kunnen ontsluiten.”


Wietske Kamsma, programmamanager bij de Alliantie Digitaal Samenleven: “Ik denk dat het voldoen aan een Woo-verzoek mede zo lang duurt omdat er een gebrek is aan vertrouwen. De afstand tussen burgers en overheid is erg groot. Dat heeft effect aan beide kanten: burgers weten niet wat ze kunnen vragen, ambtenaren zijn terughoudend in het verstrekken van informatie. Als je elkaar niet vertrouwt, dan krijg je vertraging.”


Wiemers ziet een combinatie van factoren: “Betere informatiesystemen zijn nodig, maar ook de mentaliteit en de professionaliteit van ambtenaren kan beter. Ambtenaren zijn primair bezig met het beschermen van hun politieke bazen. Ik snap dat wel, het is helaas hoe het systeem werkt. Dat systeem verander je alleen met goed voorbeeldgedrag aan de top. Met een kabinet dat openheid uitstraalt. Dat hebben we nu bepaald niet.”

Het systeem verander je alleen met goed voorbeeldgedrag aan de top

Pleidooi voor realisme

Tot slot wordt de panelleden gevraagd wat zij zelf willen doen, vanuit de maatschappelijke coalitie, om de informatierelatie tussen burger en overheid gelijkwaardiger te maken. Wiemers noemt inzetten op cultuurverandering bij de overheid, Kamsma het aangaan van een dialoog met de burger. Corbijn pleit voor een beter gesprek tussen markt en overheid, zodat mogelijkheden voor informatie-ontsluiting meer worden benut.


Rutjens zou graag een informatieprotocol zien: “Dat klinkt misschien saai, maar er zijn voorbeelden dat dit heel goed werkt. De vaste Kamercommissie van Buitenlandse Zaken werkt er bijvoorbeeld mee. In zo’n protocol leg je vast welke informatie je nodig hebt en wat de verschillende partijen van elkaar verwachten als het gaat over informatie. Bijvoorbeeld dat je sms-berichten bewaart. Als je dat soort concrete afspraken met elkaar maakt, dan krijg je een gezonde informatierelatie.”


Klievink pleit tot slot voor realisme: “Laten we als coalitie realistisch blijven. Het overgrote deel van de investeringen in de informatiehuishouding gaat naar oude systemen, daar zullen we het vooral mee moeten doen. Laten we die zoveel mogelijk verbeteren. Als we er als coalitie in slagen dat we de systeemwereld van de overheid een klein beetje beter maken, dan vind ik dat we al veel hebben bereikt.”

Deel dit artikel: