Jacqueline Rutjens, waarnemend directeur Open Overheid:

‘Coalitie brengt waardevolle inbreng uit de praktijk,ook als het schuurt’

Een responsieve overheid staat voortdurend in contact met de samenleving. Het is een overheid die initiatieven herkent en zich ermee verbindt. Daarom vindt Jacqueline Rutjens, waarnemend directeur Open Overheid, het samenspel met maatschappelijke adviesraden en organisaties zo belangrijk; zoals die met de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken.

Tekst Chantal Richter

Beeld Sjoerd van der Hucht

‘De afgelopen twee jaar hebben we ons vooral gestort op de actieve en passieve openbaarmakingsverplichtingen die voorgeschreven zijn in de Wet open overheid. In 2024 zijn we begonnen met het brede principe “openbaar, tenzij”. Dat gaat over het algemene uitgangspunt van openbaarmaking zonder directe verwijzing naar specifieke categoriëen van informatie. De maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken (MCOIG) houdt ons daarbij scherp. Openbaarheid raakt namelijk aan een gelijkwaardige informatierelatie zonder dat die in detail wettelijk is voorgeschreven. Waardevol is dat de coalitie initiatieven uit de praktijk stimuleert die laten zien waar het de burger werkelijk om gaat. Dat kan bijdragen aan meer kennis over de betekenis van openbaarheid in samenhang met andere waarden.’


De transparantie rond beleidskeuzes is onder aanvoering van Rutjens flink toegenomen. In haar rol als kwartiermaker Open Overheid zorgde zij ervoor dat het Meerjarenplan Openbaarheid en Informatiehuishouding Rijksoverheid 2024-2025 werd opgeleverd. Daarin staat de samenhangende verbetering tussen openbaarheid en informatiehuishouding beschreven vanuit het ideaal van de responsieve overheid.


Rijksorganisaties lieten in 2024 een vooruitgang in volwassenheidsniveau zien. Alle departementen voldoen aan de eerste categorie openbaarmaking en er wordt gewerkt aan één rijkspublicatieplatform. Geen lichte opgave want nu al is er een vervijfvoudiging van het aantal actief openbaar gemaakte documenten. Die moeten in beginsel tien jaar openbaar blijven voordat ze overgaan naar het Nationaal Archief. Dat is een sterke toename van openbare data die goed te ontsluiten moeten zijn.


Rutjens: ‘We zitten nog midden in de realisatiefase. Die moet eind 2026 afgerond zijn. Overheidsorganisaties moeten dan op een volwassenheidsniveau 3 à 4 zitten. Dat betekent: de informatiehuishouding op orde, verbeterde Woo-afhandeltermijnen, uitvoering van de actieve openbaarmaking en merkbare resultaten in de samenleving.’

‘Maatschapelijke partijen zijn ongeduldig en willen vaak een stapje verder gaan, maar uiteindelijk hebben we hetzelfde doel voor ogen’

De weg ernaartoe

De weg naar een responsieve overheid die Programma Open Overheid (PROO) en de MCOIG deels samen bewandelen is er een waarin ze voor obstakels en onverwachte bruggen zullen staan. Dan kan een (innerlijke) routekaart helpen. Rutjens reflecteert op die weg aan de hand van de vier kardinale deugden: moed, matigheid, rechtvaardigheid en wijsheid.


Daadwerkelijk bijdragen

Als kwartiermaker spreekt Rutjens met veel organisaties, waaruit zij bouwstenen haalt voor het veranderplan dat zij begin 2024 oplevert. Daarin komt de koers voor de realisatiefase. “Het is niet voor niets dat er in totaal 787 miljoen euro beschikbaar is gesteld gedurende de looptijd van het programma Open Overheid (2021-2026). Daar gaat erkenning van uit voor het belang van een open en responsieve overheid, maar het moet ook daadwerkelijk bijdragen.”


Moed

‘Het vraagt moed om ontvankelijk te blijven voor signalen uit de samenleving. En daar echt iets mee te doen, ook als het ongemakkelijk wordt. Terwijl wij graag wijzen op openbaar gemaakte dossiers, lieten journalisten ons juist weten dat zij soms minder openbaarheid ervaren sinds de Woo. Wat blijkt: het vorige proces van een informatieverzoek verliep voor hen eenvoudiger en sneller. Naar de letter van de wet is de transparantie vergroot, maar wordt dat door iedereen ook op die manier ervaren? Het vergt ook moed om samen te werken met maatschapelijke partijen. Zij zijn ongeduldig en willen vaak een stapje verder gaan, maar uiteindelijk hebben we hetzelfde doel voor ogen.’


Matigheid

‘Wat moet je loslaten? Het idee dat het snel beter kan. Dingen duren zo lang als ze duren, en dat gaat óf in de voorbereidingstijd zitten, óf in de uitvoeringsfase. Onder aan de streep blijft de hoeveelheid tijd dezelfde. We zitten nu in de realisatiefase, daar hebben we onze governance op aangepast. Ik ben blij dat een adviesgremium daar een plek in heeft. MCOIG en het ACOI (Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding) brengen het maatschappelijk perspectief binnen. Denk aan het effect dat openbaarmaking ook kan hebben. Als een boerenbedrijf met naam en toenaam wordt genoemd in het stikstofdossier, heeft dat impact. Een aantal boeren kreeg met intimidatie te maken. Het is van groot belang dat de adviesorganen dit soort dilemma’s vertalen in een passende aanpak en dat kost tijd. Die hebben we nodig voor beleidsontwikkelingen met vele perspectieven.’

‘Het vraagt moed om ontvankelijk te blijven voor signalen uit de samenleving’

Rechtvaardigheid

‘Wat is er nodig om alle betrokkenen recht te doen? We moeten erkennen dat we niet alles met volledig draagvlak kunnen doen. Uiteindelijk gaat het om een juiste afweging tussen waarden zoals gegevensdeling, privacy, beveiliging, openbaarheid en transparantie. Die komen in een Open Overheid onderling nu eenmaal op spanning te staan. De Centrale Commissie Gegevensgebruik is opgericht om doorbraken te faciliteren wanneer er knelpunten zijn. Het gaat erom gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten op een verantwoorde manier te verbeteren en te versnellen. Het hangt van het onderwerp af hoe die afweging uitpakt.’


Wijsheid

‘Soms moet je bereid zijn je koers bij te stellen. Omdat er andere ontwikkelingen zijn. Je loopt soms tegen de randen van uitvoeringscapaciteit aan. Dan heeft het geen zin om door te duwen. Je bent ondergeschikt aan de maatschappelijke opgave van een goed openbaar bestuur. We houden het ideaal voor ogen, en nemen tegelijk frustraties en vragen van overheden en journalisten serieus. Daar hebben we in wijsheid naar te kijken. Het werken aan een responsieve overheid kan alleen op een responsieve manier. Open, transparant en ontvankelijk voor signalen zijn en blijven.’


Deel dit artikel:

E-mail
Twitter
LinkedIn