Regulering en innovatie: hoe de EU streeft naar meer digitale soevereiniteit

De Europese Unie gaat voor meer digitale soevereiniteit, door onze digitale wereld beter te reguleren en door innovatie van Europese bodem extra te stimuleren. Jos de Groot, directeur Digitale Economie bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, roept bedrijven op om nu mee te gaan bouwen. “Innovatie zit in ons bloed. Dit is een mooie kans voor Nederland.”

Door Marieke Vos

Beeld Arenda Oomen

Toenemende schaarste aan producten en energie, dominantere techplatforms… Europa is in de afgelopen jaren steeds meer afhankelijk geworden van bedrijven uit niet Europese landen, die er soms andere waarden en normen op nahouden. Ook in de digitale wereld is die afhankelijkheid steeds duidelijker. Naast afhankelijkheid van niet EU-landen is die er ook van technologiebedrijven. Dat is ongewenst waar het onze publieke belangen zoals eerlijke concurrentie, duurzaam verdienvermogen, kennis en innovatie, weerbaarheid, veiligheid, en fundamentele rechten als privacy onder druk zet. Het plaatst het onderwerp digitale soevereiniteit inmiddels hoog op de agenda van de Europese Commissie en alle Europese lidstaten, zegt Jos de Groot.


De Groot heeft zich in zijn lange loopbaan bij de Rijksoverheid altijd beziggehouden met thema’s die maatschappelijk relevant en soms ook turbulent zijn. Zoals de energie en de telecommarkt. En nu dus het digitale domein. “Digitale soevereiniteit is een ingewikkeld vraagstuk. En er wordt ook verschillend over gedacht in de Europese lidstaten. Wij zijn als Nederland bijvoorbeeld een open economie en dat willen we graag zo houden, daar floreren wij bij. Maar dat geldt niet voor alle landen.”


Daarnaast is het natuurlijk niet eenvoudig om zelf producten en diensten te ontwikkelen die net zo kwalitatief goed en niet duurder zijn dan wat we nu uit andere landen afnemen, vertelt hij. Hij noemt het goed dat de Europese Commissie hierover samen met ons nadenkt: “Er wordt strategisch naar gekeken. Zodat Europa in contact blijft met de rest van de wereld, en tegelijkertijd op een aantal essentiële onderdelen zichzelf kan redden.”


Regulering

De Europese Commissie is samen de lidstaten langs twee sporen meer digitale soevereiniteit aan het realiseren: via nieuwe wetgeving en via het stimuleren van Europese innovatie. Om met het eerste te beginnen: er staan de nodige nieuwe wetten op stapel die de digitale wereld meer in lijn moeten brengen met Europese waarden en normen.


De Groot: “De Europese Commissie is samen de lidstaten bezig om op een breed spectrum een samenhangend pakket van wetgeving te realiseren.” Over de Data Governance Act (DGA) is reeds een akkoord bereikt en die omvat onder andere het reguleren van private datatussenpersonen. Op de Digital Markets Act (DMA) en Digital Services Act (DSA) hebben de EU-lidstaten en het Europees Parlement een voorlopig politiek akkoord bereikt. Waarbij de DMA de macht van grote techbedrijven verder aan banden moeten leggen, en de DSA burgers en bedrijven in het digitale domein beter moet beschermen en online handel moet bevorderen. Daarbovenop komt de Dataverordening (DA) eraan; die moet zorgen voor het beter, veiliger en eerlijker kunnen delen en benutten van data. En daarnaast nog een AI verordening die eisen gaat stellen aan de kunstmatige intelligentie die op de Europese interne markt is toegestaan.


“We zijn als Nederland in grote lijnen positief over hoe de Europese Commissie dit aanpakt”, zegt De Groot. “Onze insteek is geweest om hier zo vroeg mogelijk bij betrokken te zijn. Omdat we als Nederland vergeleken met andere Europese landen redelijk vooroplopen in digitalisering, lukt dat vrij aardig. Zo zijn diverse van onze ideeën overgenomen uit papers en onze Nederlandse aanpak. Bijvoorbeeld uit onze aanpak rondom de innovatiehubs en onze inzet zoals beschreven in de kabinetsvisie op datadeling die wij in 2019 reeds uitbrachten. Beide hebben de Europese Commissie geïnspireerd om met voorstellen te komen om meer waarde te creëren uit data en meer grip op gegevens voor gebruikers.”

Je kunt wel zeggen dat innoveren in ons bloed zit. Het is heel belangrijk dat we in die kopgroep zitten en blijven

Innovatie stimuleren

Een voorbeeld van innovatie uit het tweede spoor dat De Groot noemt, is het stimuleren van Europese innovatie op het terrein van data en cloud. Twee belangrijke initiatieven die een bijdrage gaan leveren aan soevereiniteit op dit vlak zijn GAIA-X en IPCEI-CIS, dat staat voor Important Project of Common European Interest Cloud Instructure en Services. GAIA-X zorgt voor het verbinden van Europese cloudinfrastructuren en het vergemakkelijken van datadeling waarbij juist het naleven van Europese wetten en waarden een kernpijler is. Het initiatief van honderden bedrijven ontwikkelt gezamenlijk een set van standaarden en technische specificaties waarmee een nieuw ecosysteem van cloud en datadiensten zal gaan ontstaan.


Ook vanuit de Nederlandse hub wordt gewerkt aan diverse use cases voor deze infrastructuur. TNO organiseert deze hub met financiële ondersteuning van het ministerie van EZK. De Groot: “Wij proberen zoveel mogelijk bedrijven met hun initiatieven aan te laten sluiten bij de GAIA-X vereniging en om deel te nemen aan deze hub, zowel groot als klein. Philips doet bijvoorbeeld al mee op het gebied van gezondheid.”


IPCEI CIS is een groot project waarmee twaalf lidstaten samen met de Europese Commissie gericht een nieuwe generatie cloudoplossingen en diensten te ontwikkelen die nadrukkelijk moeten bijdragen onze digitale soevereiniteit. Voor de Nederlandse deelname aan dit initiatief is vorig jaar 66,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. “De Nederlandse voorstellen daarvoor liggen nu in Brussel ter beoordeling.”


Omdat zowel IPCEI CIS als GAIA-X nog in ontwikkeling zijn, kan De Groot helaas nog geen concrete voorbeelden delen van wat daarin aan innovaties is ontwikkeld. “Wel valt op dat de bedrijven die hieraan deelnemen het als positief ervaren om op deze manier binnen Europa samen te werken. De IPCEI CIS is enorm omvangrijk, er doen honderden bedrijven uit de hele EU aan mee.”


De Groot roept bedrijven en andere organisaties op om ook mee te doen aan GAIA-X en aan eventueel volgende IPCEI-initiatieven. “Er komen veel digitale innovaties uit Nederland, je kunt wel zeggen dat innoveren in ons bloed zit. Het is heel belangrijk dat we in die kopgroep zitten en blijven. Zodat we in Europa komen tot een digitalisering die past bij onze Europese waarden. Die niet wordt bepaald door een overheid of door een dominante marktpartij, maar door een samenwerking van publieke en private partijen.”

Deel dit artikel: