blog

Seger de Laaf

Programmamanager en digitaal adviseur bij de Rijksoverheid

Persoonlijke terugblik

Met een vork de soep eten. Dat vond ik toch de mooiste metafoor voor de stand van zaken in de digitale transformatie. Voor iBestuur volgde ik in mijn badjas vier sessies op het jaarlijkse congres (2020), zodat u weet wat u gemist heeft.


Sessie 1: Parlementaire grip op digitalisering

Zsolt Szabo, eindbaas publiek bij Capgemini, trapte gelijk af met de samenvatting: “Als het parlement goede IT niet graag genoeg wil, dan gaat het ook niet gebeuren”. Het man-op-de-maan verhaal zeg maar. Dat herken ik wel: het aantal Kamerleden met verstand van zaken is op één hand te tellen. Bovendien is IT net zoiets als klimaatverandering en misschien wel al het andere – zolang er geen acuut gevaar dreigt kunnen we ruim af met debatje hier en daar.


Maarten Hillenaar, oud-CIO van het Rijk en tegenwoordig directeur bij Centric, wil “bestuurders van de achterbank af en het stuur teruggeven aan de overheid”. Maar hoe dan? Die vraag bleef een beetje boven de sessie zweven. Kathalijne Buitenweg, GroenLinks, noemde de tijdelijke commissie Digitale Toekomst (what’s in a name?) dan ook een “stap maar geen omslag”. Toen moderator Arie van Bellen begon over “in Brussel noemen we dat”, had ik het wel gehad. Gelukkig sloot hij af met de prachtige beeldspraak in de eerste zin in dit stuk.

Sessie Parlementaire grip op digitalisering: “Digitale transformatie is soep eten met een vork.”

Sessie 2 Digitale Democratie in Actie – lokale digitale democratie in coronatijd

Jeroen Bruijns klapte er direct in dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk als eerste digitale raadsvergaderingen lanceerde en nu naar plafondcamera’s bij bruiloften aan het kijken is. Vet. Koen van der Krieken stelt dat niets boven fysiek gaat en signaleert coronamoeheid, en  pleit dus voor een hybride model van besluitvorming, maar dat bestaat (nog) niet. Tsja. Jeroen Bruijns, projectleider digitale democratie heeft bovendien een aantal interessante cijfers losgepeuterd bij de VNG: zo maakt maar 65 procent van de gemeenten gebruik van de spoedwet digitaal stemmen. En 40,7 procent van de gemeenten heeft minimaal één participatieproces dat gedigitaliseerd is, maar 6,6 procent laat zijn burgers ook echt meebeslissen. Dus. 


Een hoop slides komen in rap tempo voorbij, maar beklijven wil het bij mij niet echt – misschien iets te veel voor mijn relatief kleine scherm? Hoe dan ook, gemeenten experimenteren er lekker op los. Nadat ik voor de twintigste keer hoorde dat “men elkaar op moet zoeken” vond ik het einde van Koen wel verfrissend: als het om burgerparticipatie gaat moet je gewoon met hagel schieten.


Sessie 3 Pauze – even met onze peuter stoeien en een boertje uit mijn drie maanden oude dochter schudden

Staatssecretaris Knops deed online mee, want sinds corona blijkt dat er digitaal “ineens een heleboel wel kan”!

Sessie 4: Plenair programma

Hier zaten de belangrijkste beslissers aan tafel. Knops had al eens digitaal vergaderd met Brandweerman Sam op de achtergrond, maar zag vooral dat er ineens een heleboel “wel kan”. Dus “in plaats van drie commissies en twee onderzoeken, gewoon doen”. Toen was het hek wel van de dam: Rijks-CIO Lourens Visser durfde wel te zeggen dat “65 gremia om de iStrategie te bespreken, niet meer van deze tijd was”. Ik quote hem op Twitter met een verwijzing naar de vermicelli die Ton Elias blootlegde en de ene na de andere like vliegt binnen. Geeft goed weer hoe moe mensen zijn van de ontzettende hokjescultuur die we b.c. (before corona) hebben opgetuigd. Nu nog kijken hoe hij de tering naar de nering gaat zetten.


Gespreksleider Onno van Veldhuizen heeft wat prikkelende stellingen – “moeten we de sturing niet verder centraliseren?” -  maar daar manoeuvreren de ervaren bestuurders handig overheen. Franc Weerwind, burgemeester van Almere en zelfbenoemde “alphajongen in een bètawereld” heeft een dermate diepe stem dat ik van het puntje van mijn stoel weer terugzak in de rugleuning. Hij herhaalt tot vervelens toe: het gaat om de gebruiker, daar moeten we naar luisteren. Niets revolutionairs, maar o zo waar. 

Mark Bressers zet de agenda uiteen voor de koppeling tussen klimaat en IT. 

Sessie 5: De overheid online: hoe herkenbaar zijn we eigenlijk?

Na 4 uur scherm turen is de spanningsboog wel wat op, dus met een ferme espresso zit ik klaar voor sessie 5. Brenno de Winter heeft de overheid als mystery shopper benaderd en is een boeiende spreker, want hij legt op pijnlijke wijze bloot hoe makkelijke het is om je voor te doen als overheid. Hij heeft wat zitten rommelen met domeinnamen die wel erg op de echte lijken en blijkt mensen en masse voor de gek te kunnen houden.


Oplossing? Mensen die nooit in de schijnwerpers staan, zoals Raoul Zonnenberg van VWS. Die de zooi opruimen die ons hokjesdenken de laatste decennia gerecreëerd heeft, zoals de ruim 1000 domeinen die hij bij VWS aantrof. Overigens niet veel anders dan de duizenden domeinen die andere ministeries hebben bedacht. En dan vinden we het gek dat de overheid vaak niet ‘herkend’ wordt. Hij pleit, terecht, voor een strakker beleid rond domeinnamen – “De Rijkshuisstijl vond aan het begin ook iedereen spannend, nu is het gewoon een sterk merk”. 


Sessie 6: Vergroening met ICT

Tegen het eind van de middag liep ik tegen mijn mentale grenzen aan: zou de koppeling tussen klimaat en IT mij bij de les kunnen houden? Helaas niet meer. Mark Bressers, directeur van de Nederlandse Emissie Autoriteit, zet helder de agenda uiteen, maar een enigszins monotone presentatie van Sebastian Schmidt beslecht voor mij de dag. Presenteren is ook een vak. Er is een green deal en er zijn berekeningen dat betonnen damwanden duurzamer zijn dan staal, maar dat lijken allemaal druppels op een gloeiende plaat. Ik mis de disruptieve energie die in zoveel sessies vandaag beschreven werd. Toch een hoop geleerd!

Deel deze column: