Hoe houden we grip op onze digitale infrastructuur?

Problemen met de digitale infrastructuur heeft grote impact bedrijven en burgers. Maar het internet heeft geen eigenaar. Hoe is daar toezicht op te houden of beter, grip op te houden? Tijdens het iBestuur Congres werd de Rijksinspectie digitale infrastructuur geïntroduceerd tijdens een break-outsessie.

Door Karina Meerman

Beeld Jiri Büller/De Beeldredaktie

De sessie ‘Van controle naar grip op de digitale infrastructuur’ was al even bezig, toen iemand in het publiek twee uitstekende vragen stelde. Wat was nou eigenlijk die digitale infrastructuur waar het hier over ging? En welke problemen hoorden daarbij? Gespreksleider Angeline van Dijk, inspecteur-generaal bij Agentschap Telecom (AT), gaf het woord aan haar twee gesprekspartners: Hilary Richters, directeur Digitale Ethiek bij Deloitte en Petra Claessen van de Branchevereniging ICT en Telecommunicatie Grootgebruikers (BTG).


Zij legden uit dat de digitale infrastructuur het geheel is van hardware, software, kabels, netwerkverbindingen, applicaties en andere toepassingen die het mogelijk maken dat mensen en machines toegang hebben tot internet en tot elkaar. Met een gebrekkige digitale infrastructuur wordt leven en werken lastiger, op zijn minst. “We zijn gewend dat we altijd online kunnen”, zei Richters. “Hoe bijzonder dat is, merkte ik op vakantie toen ‘even inloggen op het werk’ niet kon. Geen verbinding, dat was ik niet gewend.” Denk dan aan de grootverbruikende leden van BTG, waar ook de nationale politie en ziekenhuizen toe behoren. Claessen zei met understatement: “Zij staan voor een hele uitdaging wanneer zij geen toegang hebben tot een stabiele digitale infrastructuur.”

Hilary Richters, directeur Digitale Ethiek bij Deloitte

Toegang ≠ toegankelijkheid

Mocht er iets wankelen in de digitale infrastructuur, dan is de impact groot op bedrijven en burgers. Van Dijk zei: “Dat brengt allerlei vraagstukken met zich mee over evenwicht, toegang, ordening en standaardisering.” En over ethiek, voegde Richters toe. “Tijdens de pandemie werd bijvoorbeeld duidelijk dat lang niet alle kinderen de spullen hadden om online les te kunnen volgen. Hoe zorgen wij ervoor dat de toegang tot netwerken voor iedereen toegankelijk blijft en iedereen ervan kan profiteren?”

Internet is een nutsvoorziening geworden, maar dankt zijn bestaan aan een aaneenschakeling van private en publieke samenwerkingen in binnen- en buitenland. Internet heeft geen eigenaar. Hoe is daar toezicht op te houden? Niet met controle, zei Van Dijk. “Mens en technologie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in een wereld die nooit af is. De vraag is hoe we daar grip op krijgen.” Claessen vulde aan: “In grip zit veel meer flexibiliteit dan in controle.” De oplossing moet gezocht worden in verregaande samenwerking en kennisdeling tussen markt, overheid, onderwijs en wetenschap.

In grip zit veel meer flexibiliteit dan in controle

Petra Claessen, Branchevereniging ICT en Telecommunicatie Grootgebruikers (BTG)

Rijksinspectie digitale infrastructuur

Standaardisering en certificering zijn eveneens cruciaal, ook op het gebied van digitale dreiging. Het AT wil meer naar voren treden en zich ontwikkelen tot een rijksinspectie digitale infrastructuur. Van Dijk zei: “Als toezichthouder zijn wij ook een Nationaal Cybersecurity Certificeringsautoriteit (NCCA), om juist op het gebied van standaarden en certificering internationaal afspraken te kunnen maken.” Het takenpakket van het AT is veranderd, vervolgde zij. “Waar wij vroeger op etherpiraten joegen, houden we ons nu vooral bezig met AI, de cloud, Internet-of-Things (IoT). Onze maatschappelijke opgave is sterk veranderd.” Van Dijk zei ook te geloven in Europa en in internationaal denken. Dat was een mooie brug naar de sessie over digitale soevereiniteit en de kansen die dat biedt.