Digitaliseren volgens de menselijke maat

‘We kunnen digitalisering niet aan zichzelf overlaten’ 


Door Marieke Vos

Beeld Jiri Büller/De Beeldredaktie

“Niet de technologische mogelijkheden, maar publieke waarden moeten centraal staan bij digitalisering”, zegt staatssecretaris van Digitalisering Alexandra van Huffelen op de plenaire opening van het iBestuur Congres 2022. De menselijke maat is het thema van het congres. Dat wordt op verschillende manieren ingevuld. Kern is dat publieke en private partners samen streven naar een veilige en inclusieve online wereld.

Burgemeester Jan van Zanen van de gemeente Den Haag schetst in zijn welkomstwoord de uitdagingen in digitalisering in zijn gemeente. Den Haag benut de kansen van digitalisering, bijvoorbeeld door op mooie dagen de stromen strandgangers in goede banen te leiden. De stad onderkent ook de gevaren van digitalisering. Van Zanen noemt cyberdreigingen op het niveau van de gemeente die rekening moet houden met de invloed die statelijke actoren proberen uit te oefenen via het digitale domein. Maar ook op het niveau van inwoners, die te maken hebben met oplichting via internet en desinformatie. Het maakt digibewustzijn en digivaardigheid tot belangrijke speerpunten voor de gemeente. “We zetten onder meer in op het digitaalvaardiger maken van onze inwoners, door hen ondersteuning aan te bieden in bijvoorbeeld wijkcentra. Onze ondernemers helpen we met het veiliger maken van hun websites. Ook intern zijn we uiteraard bezig met digitale veiligheid en digitalisering van onze dienstverlening. Het zijn onderwerpen die inmiddels op de agenda van de gemeenteraad staan.”


Verantwoord digitaliseren

Van Zanen noemt het thema ‘de menselijke maat in digitalisering’ een lastig begrip: “De digitalisering van de samenleving raakt iedereen. Het biedt ons veel kansen, maar niet iedereen is digitaalvaardig en dat sluit mensen uit. Den Haag is een stad met grote verschillen, dat zien we ook daarin terug. Het is zaak om onze dienstverlening zo in te richten dat iedereen mee kan doen.” Dat betekent niet alleen inzetten op het digitaalvaardiger maken van inwoners, maar ook op het openhouden van alle kanalen, benadrukt hij: “Wij willen analoog en het liefst ook fysiek met onze inwoners blijven communiceren.” Dat noemt hij verantwoord digitaliseren: “Met goede en veilige dienstverlening, een weerbaar bedrijfsleven en inwoners en oog voor inwoners die moeite hebben om het tempo bij te houden.”

Burgemeester van Den Haag, Jan van Zanen: “De digitalisering van de samenleving raakt iedereen. Het biedt veel kansen, maar sluit ook mensen uit.”

Waarden als uitgangspunt bij digitalisering

“De overheid moet zich net zo snel ontwikkelen als de digitale transformatie van onze samenleving. Dat is een flinke uitdaging. Daarbij moeten niet de technologische mogelijkheden, maar publieke waarden het uitgangspunt zijn”, zegt staatssecretaris Alexandra van Huffelen tijdens de plenaire opening. Ze stelt dat dit kabinet de kansen van digitalisering optimaal wil benutten. “We kunnen digitalisering echter niet aan zichzelf overlaten. Dat hebben we de afgelopen tijd te veel gedaan, waardoor de digitale wereld nog niet zo veilig en toegankelijk is als we zouden willen.” Ze noemt een aantal onwenselijke gevolgen van digitalisering. Zoals desinformatie die aanzet tot polarisatie, en ook de fouten die de overheid zelf heeft gemaakt door onder meer algoritmes verkeerd in te zetten. Ook noemt ze de 2,5 miljoen Nederlanders die niet digitaal vaardig zijn. “Deze mensen lopen vast, op de werkvloer en in het dagelijks leven. Digitalisering vergroot daardoor sociale ongelijkheid.”


Meer regie en verantwoordelijkheid

Dit kabinet zet in op het aanpakken van deze risico’s, vertelt ze. “We moeten als overheid aan het werk, meer de regie

en verantwoordelijkheid nemen. En dan bedoel ik niet alleen de Rijksoverheid, maar alle overheden. Dat doen we door spelregels te maken en ervoor te zorgen dat het toezicht goed is georganiseerd, bijvoorbeeld het toezicht op het gebruik van algoritmes. En door ervoor te zorgen dat onze inwoners geen speelbal worden van machtige techbedrijven. Laten we ervoor waken dat digitalisering een doel op zichzelf wordt.” Ze noemt in dit kader nieuwe regelgeving, aanvullend op de EU-regel­geving voor dit domein. Maar regelgeving op zich is niet voldoende, zegt ze ook. Er is ook meer aandacht nodig voor digitale vaardigheden in het onderwijs en ondersteuning van mensen die niet digitaal vaardig zijn, bijvoorbeeld via de informatiepunten in de bibliotheken.


Botsende waarden

Samengevat formuleert ze drie ambities: “In de eerste plaats moet iedereen mee kunnen doen in het digitale tijdperk. Regie over je eigen digitale leven is daarvoor belangrijk, bijvoorbeeld dat je kunt inzien welke gegevens de overheid van jou heeft. En ten derde veiligheid. Als burger moet je vertrouwen kunnen hebben in de digitale wereld. We staan voor een online wereld die open en veilig is. Dat bereiken we onder meer door goede regelgeving en handhaving en het bestrijden van desinformatie.” Maar ook door als overheid de eigen digitale dienstverlening minder ingewikkeld te maken, zegt ze: “We kunnen de mogelijkheden van digitalisering beter inzetten, zodat wij bijvoorbeeld mensen die recht hebben op een toeslag die toeslag doen toekomen, zonder dat ze deze zelf hoeven aan te vragen.” Om deze ambities te realiseren zijn niet de technologische mogelijkheden het uitgangspunt, vertelt ze, maar publieke waarden. “We gaan als overheid meer waardegedreven werken. Dat is niet altijd eenvoudig, want waarden kunnen botsen. Daar moeten we een zorgvuldige afweging maken.”

Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering, Alexandra van Huffelen: “Laten we een veilige, inclusieve digitale wereld creëren.”

Samen actie ondernemen

De overheid moet samen aan deze vraagstukken werken, benadrukt de staatssecretaris. “In een netwerk van partners, zowel publiek als privaat. We vinden vaak op veel plekken opnieuw het wiel uit en daardoor verliezen we onze kracht. Door samen te werken krijgen we meer voor elkaar.” Die samenwerking krijgt concreet vorm bij het uitwerken van de Werkagenda Digitalisering: “Het wordt tijd dat we samen actie ondernemen.”


Wat gaat de Rijksoverheid concreet doen om die 2,5 miljoen mensen die nu niet mee kunnen komen in digitalisering te ondersteunen, zo vraagt Elfriede Boer, directeur van Werkzaak Rivierenland: “Wij verzorgen de sociale dienst en sociale werkvoorziening voor acht gemeenten en zien dagelijks de mensen waar we het hier over hebben. Deze mensen voelen zich verloren en dat neemt alleen maar toe.” Van Huffelen: “Dit is een van de prioriteiten van onze Werkagenda, waar veel activiteiten onder hangen. In de eerste plaats willen we dat mensen digitaalvaardiger worden, maar als dat niet kan of als ze geen computer hebben, dan zijn er plekken waar ze naartoe kunnen. Daarnaast gaan we onder meer het machtigen gemakkelijker maken, zodat anderen digitaal zaken voor ze kunnen regelen.”


Veilig en inclusief

De staatssecretaris pleit voor meer samen optrekken bij de digitaliseringsvraagstukken waar elke overheid zich voor gesteld ziet. Hoe ziet ze dat voor zich? “De vraag in wat voor digitale wereld we willen leven, moeten we gezamenlijk beantwoorden. Als we alles wat we offline doen online maken, dan schieten we ons doel voorbij. Laten we een veilige, inclusieve digitale wereld creëren.” Ze besluit: “Als we afspreken hoe we de digitale overheid vormgeven, hoe we veilig met data omgaan, hoe we onze dienstverlening inrichten, laten we ons daar dan ook aan committeren. Dat deden we voorheen niet, met als gevolg dat de overheidsdienstverlening nu op zoveel verschillende manieren is ingericht dat inwoners het niet meer volgen. Het allerbelangrijkste bij het uitwerken van de Digitale Werkagenda vind ik dat we dat anders doen. Als we iets afspreken, laten we dat dan ook met elkaar zo doen.”

Voorbeschouwing iBestuur Congres