iBestuur Congres in uw eigen tijd

Geen kans gehad om op 14 september aanwezig te zijn in de Fokker Terminal of om live aan het iBestuur Congres deel te nemen? Geen probleem: alle sessie zijn nu terug te zien. Er is veel keus dus om u op weg te helpen hier alvast wat voorproefjes. En als dat naar meer smaakt – en daar zijn we van overtuigd – neem dan vooral de tijd om er af en toe een sessie uit te pikken en rustig wanneer het u uitkomt tot u te nemen.

Goede bedoelingen en het ontmaskeren van onbedoelde effecten

Om de uitvoering van wetgeving te ondersteunen is de voor de hand liggende oplossing: we tuigen een ICT-project op. Altijd met de beste intentie, maar te vaak met onvoldoende zicht op wat het doet én niet doet voor de burger.

De bedoeling was goed: om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen koppelde gemeenten en UWV de competenties van werkzoekenden aan openstaande vacatures. Maar alleen kijken naar competenties is niet altijd een matchmaker, beter konden ze ook kijken naar motivatie. Je moet je afvragen of een ICT-oplossing die alle gevallen dekt altijd de juiste weg is. Paul Klint van het Adviescollege ICT-toetsing schrikt soms van de projecten die ze moeten beoordelen. “We krijgen regelmatig projecten aangereikt waarin niet eens het probleem wordt omschreven, laat staan de maatschappelijke en financiële baten of waarom voor deze oplossing is gekozen.”

Eelke Blokker van het Instituut voor Publieke Waarden stelt dat de manier waarop de overheid zaken organiseert vaak het doel voorbijschiet, zoals het STAP-budget. “We richten een ingewikkeld aanvraagproces in waar de doelgroep niet eens aan begint. Daar moet de uitvoerder dan weer een alternatief voor vinden” Ook gaat hij in op de ‘datagulzigheid’ van de overheid, met als voorbeeld het koppelen van een proces-verbaal over huiselijk geweld aan een urgente huisvestingsaanvraag. “Dat proces-verbaal hoort thuis in het strafrechtelijke traject, niet bij de huisvestingsaanvraag.”

Belangrijke conclusie van deze sessie: De overheid is te veel gericht op rechtmatigheid en efficiency, we moeten meer denken in termen van rechtvaardigheid en effectiviteit. En laten we vooral naar de uitvoerbaarheid van beleid kijken, maak daarbij gebruik van praktische wijsheid. Pas dan weet je hoe mensen gaan reageren. Een belangrijke les voor beleidsmakers én technologen. “We moeten weer ‘uitvoeringsziende’ worden,” aldus Paul Klint.

Kijk hier voor meer voor inzicht en praktisch advies voor een goed projectplan:

Wees cybercriminelen te slim af!

Sinds kort hebben we in Nederland ‘cyberburgemeesters’, een initiatief van een groep burgemeesters op persoonlijke titel die aandacht vraagt voor digitale ontwikkelingen, bedreigingen en oplossingen. “Onze samenleving is niet langer alleen fysiek georganiseerd, maar ook digitaal. Ordeverstoringen in het digitale domein behoren óók tot mijn verantwoordelijkheid”, stelt Martijn Vroom, burgemeester van Krimpen aan den IJssel. “Om dit aan te pakken moet ik kunnen beschikken over instrumenten en financiële middelen.” De benodigde capaciteit is er echter vaak niet, al helemaal niet bij middelgrote en kleine gemeenten. Burgemeester Pieter Heiliegers van de gemeente Uithoorn: “Werk dan samen met grote gemeenten.” Als voorbeeld vertelt hij over de gemeente Amsterdam die bezig is met het inrichten van een ecosysteem voor functionarissen gegevensbescherming (FG’s) en CISO’s. “Sluit daarbij aan!”

Gemeenten moeten digitale veiligheid opnemen in hun integrale veiligheidsplan. Iets kan op het eerste gezicht lokaal lijken, maar uiteindelijk uitwerken naar andere sectoren. “Goed dat de cyberburgemeesters op de trom slaan”, laat VNG Realisatie-directeur Nathan Ducastel weten. De VNG heeft hiervoor diverse tools ontwikkeld, zoals de Agenda Digitale Veiligheid. “We krijgen meer grip op de cijfers, nu moeten we de stap naar de uitvoering maken.”

De twee cyberburgemeesters vertellen in deze sessie hoe ze de plannen (het beleid) vertaald hebben naar de uitvoering. Over hoe ze cybercrime op de agenda van de collegevergadering kregen, hoe ze bewustwording bij medewerkers van de gemeente organiseerden en hoe ze druk uitoefenen om (financiële) middelen vrij te maken op dit domein.

Vooral dit laatste blijkt een heikel punt. Misschien moeten we een normbedrag installen, oppert Nathan Ducastel: “Er is wel eens een percentage van 3 procent genoemd.” Die suggestie wordt gesteund door de cyberburgemeesters. Pieter Heiliegers: “Als het aan mij ligt zou ik dat wel willen labelen, zodat het ook duidelijk is voor de raad.”

Wat doen burgemeesters nog meer om hun gemeenten te wapenen cybercriminelen?

Zonder data geen transities

Het zou een gesprek worden over de inzet van data bij de grote transities op het gebied van wonen, klimaat, energie, en andere ruimtelijke opgaven. We hebben immers een sublieme datastrategie nodig om de ambities van de gebiedsgerichte aanpak zoals minister De Jonge die voorstaat voor elkaar te krijgen. Vandaar dat de sprekers van deze sessie interbestuurlijk zijn samengesteld. Rijk, provincie en gemeente; ze kregen alle drie het podium.

Zonder data krijgen we die transities niet voor elkaar hield gespreksleider Jan van Ginkel hen voor. Ja of nee? Nee, vindt Ron Roozendaal, kwartiermaker Digitale Samenleving bij BZK. “Je hebt wel data nodig, maar uiteindelijk is een transitie vooral kiezen in onzekerheid. Wat niet erg is, als je maar transparant bent in die keuzes.” Ja, zegt Martijn van Gruijthuijsen, gedeputeerde van Noord-Brabant en bestuurslid van het IPO. “Want data brengen snelheid in een transitie, ze helpen je van onzeker naar zeker.”

Martiene Branderhorst, algemeen directeur van de gemeente Den Haag behoort tot de nee-stemmers: “Want data zijn maar data. Uiteindelijk gaat het om datakwaliteit en datastandaarden.” De Apeldoornse wethouder Wim Willems behoort in Van Ginkels woorden tot de data-­gelovigen. De wethouder: “Goede data helpen ons enorm verder met lokale vraagstukken.”

En dan neemt het gesprek een andere wending: ineens gaat het over de ethische implicaties van data. Over schurende publieke waarden als we niet weten waar data voor worden toegepast en er geen vertrouwen is. Over de balans tussen EU-verordeningen, de landelijke ethische ladder en lokale uitvoering. Over dat innovatie en publieke waarden best samen kunnen gaan mits het niet alleen bij papieren beleid blijft. “Ik gooi het granaatje maar even op tafel”, aldus Van Ginkel twee minuten voor de eindtijd van de sessie. “We zouden het hebben over data bij ruimtelijke inrichting, en in no time gaat het over ethiek. Interessant!”

Beoordeel zelf of u Van Ginkels observatie deelt:

Wat is het probleem van Big Tech?

Als we overstappen van WhatsApp naar Signal, hebben we dan het probleem opgelost? Nou, nee. Tijdens de sessie over ‘het probleem van Big Tech’ wordt duidelijk dat de discussie over onze afhankelijkheid van grote techbedrijven gaat om meer dan wie eigenaar is van je data, of welke apps je gebruikt.

Met drie sprekers, twee debatleiders en een tiental studenten van verschillende universiteiten en hogescholen op de eerste rij wordt er een interessante discussie gevoerd over ‘het probleem van Big Tech’. Startpunt: wat is eigenlijk het echte probleem? Marijn Fraanje, CIO gemeente Den Haag: “We lossen het probleem niet op door alleen de big techbedrijven te reguleren. Ik zie twee andere, fundamenteler oplossingen: een volwassen IT-sector in Europa, zodat we minder afhankelijk worden van aanbieders uit China en de VS. En meer digibewustwording en digivaardigheid in de samenleving. Het gaat niet om de app, het gaat erom waar je die wel en niet voor gebruikt.” Linda Kool, themacoördinator binnen het thema Digitale Samenleving bij het Rathenau Instituut: “Het duurt altijd even voordat technologie is gedomesticeerd. Dat het normaal wordt dat ouders hierover met hun kinderen spreken bijvoorbeeld.”

Op een vraag van een student wat nodig is om polarisatie en radicalisering door manipulatie via sociale media aan te pakken, zegt Marieke van Wallenburg, directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij het ministerie van BZK: “We hebben acties nodig op meerdere fronten. Als Nederland hoeven we dat niet allemaal zelf te bedenken, want de EU zet hier sterk op in. Wel moeten we goed in de gaten houden of dat voldoende is voor Nederland. Als het niet past, dan moeten we durven om iets anders of iets extra’s te doen.” Ze vervolgt: “In de kern gaat het om de waarden die wij in onze democratische rechtstaat belangrijk vinden. Waarden als veiligheid en non-discriminatie. Die staan in potentie onder druk door een disbalans in machtsverhoudingen. We zijn te afhankelijk geworden van een klein aantal bedrijven.” Gespreksleider Astrid Oosenburg: “Dat maakt dit tot een interessante discussie. Het gaat niet alleen over data en big tech, maar over normen en waarden.”

Kijk het hele debat met de sprekers, studenten en aanwezigen in de zaal:

Wijkpaspoort: datagericht de energietransitie realiseren

De energietransitie gaat grote impact hebben op de hele maatschappij en dat vraagt om zorgvuldige besluitvorming. Daarvoor zijn onder andere data nodig: relevante, gedetailleerde en betrouwbare data. Daarom werken Kadaster en de VNG samen, zodat gemeenten datagedreven en datagericht de warmtetransitie kunnen realiseren.

In de sessie Wijkpaspoort gaan researchmanager Ramona van Marwijk van Kadaster en wethouder Irona Groeneveld van de gemeente Fryske Marren in gesprek over een van de producten van deze samenwerking, het Wijkpaspoort. Het Wijkpaspoort maakt in één oogopslag alle relevante kenmerken voor de energietransitie van een wijk of buurt inzichtelijk. Afzonderlijke onderwerpen, zoals de woningvoorraad, sociale kenmerken, verbruik en de ondergrond worden samen gepresenteerd. Zo kunnen gemeenten direct datagericht werken.

“Onze visie is om betrouwbare data voor iedereen toegankelijk te maken”, licht Van Marwijk het idee achter het Wijkpaspoort toe. “Ook willen wij graag data bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken. We zijn steeds meer als dataorganisatie georganiseerd. We willen samenwerken om kennis en kunde met elkaar te delen.”

Een van de gemeenten die het Wijkpaspoort heeft helpen opzetten is de Friese gemeente Fryske Marren, bestaande uit vijftig dorpen en één stad. Fryske Marren wil de energietransitie per dorp oppakken. Groeneveld: “We kijken per dorp wat mogelijk is. Elk dorp is weer anders, we hebben behoorlijk wat diversiteit binnen onze gemeente. We kunnen niet werken met één format.” Bij de energietransitie wil de gemeente vooral aansluiten bij initiatieven vanuit de samenleving, vertelt Groeneveld. “Een van de initiatieven is Warmtenet Balk, een groep van betrokken inwoners, waaronder weerman Gerrit Hiemstra, die uitzoekt hoe Balk van het gas af kan.”

De data achter het Wijkpaspoort komen van Kadaster, het CBS en deels van gemeenten zelf. In Fryske Marren zit het Wijkpaspoort nu nog achter een code om persoons­gegevens te beschermen. Uiteindelijk wordt het voor iedereen openbaar.

Luister verder naar het gesprek over het Wijkpaspoort:

Hoe blijft digitale sleuteltechnologie menselijk?

Technieken als voice-id, emotionele herkenning of quantum ontwikkelen zich in hoog tempo. Kennisinstituten willen ruimte om daarmee te experimenteren; Nederland moet blijven investeren in kennisontwikkeling die ten dienste staat van de mens, zodat we de kansen benutten die technologie biedt. Maar er zijn ook risico’s. Hoogleraar Gerard Barkema gooit meteen de knuppel in het hoenderhok: “Nederland heeft zich digitaal uitgeleverd. Big tech is in the lead. Mooi dat we zoveel technische kennis in huis hebben, maar we zijn niet in staat enige vorm van regie te voeren.”

Is het echt zo zwart-wit? Met open source ontstaat er immers een meer gelijkwaardig speelveld. Beperkingen worden vooral gevoeld door de restrictieve en onduidelijke regelgeving. En door de negatieve beeldvorming rondom bepaalde technologieën. Soms gaan discussies vooral over privacy of risico op fraude en te weinig over de baten die mensen hebben van bijvoorbeeld stemherkenning in contact met de overheid, stelt Giulietta Marani van Digicampus. “Betrek mensen bij prototyping, niet alleen de belangen­organisaties.” Suzanne Hartholt, werkzaam bij de Justitiële Informatiedienst pleit voor meer kennis van zaken bij de overheid. Je kunt niet iets reguleren als je het niet begrijpt. Er wordt bijvoorbeeld al veel voortgang geboekt met emotionele herkenning, vertelt ze. “Dat kan mooie dingen opleveren, maar ook minder mooie. Om dat te kunnen reguleren moet je begrijpen hoe de technologie werkt.”

Tegelijk moeten we niet voor iedere technologie regels gaan opstellen. Hartholt pleit voor technologieneutrale wetgeving. “Waarom niet een verbod op bepaalde vormen van emotieherkenning, ongeacht of het met technologie gebeurt. Sleuteltechnologie is diffuser dan wetgeving rond auto’s.” Deze sessie is een pleidooi om te denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen. Met de aanbeveling om de mens als gebruiker, maar bijvoorbeeld ook de jurist als architect te betrekken in het ontwerp van technologische toepassingen.

Weten aan welke kant u staat, kijk dan naar de volledige sessie: