Van werkagenda naar praktijk

Ron Roozendaal is sinds kort kwartiermaker digitale samenleving bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zijn werkagenda rust op drie pijlers: hoe zorgt de overheid ervoor dat ze niemand in de steek laat? Hoe kan de online wereld veiliger? En hoe behouden mensen regie en autonomie in die online wereld?

Door Cyriel van Rossum

Beeld Jiri Büller/De Beeldredaktie


De sessie startte met een filmpje van Dries Depoorter. Deze kunstenaar combineert video van openbare camera’s met kunstmatige intelligentie om te laten zien hoe influencers foto’s maken voor hun Instagram-account. Het resultaat is ontluisterend: we kijken ongevraagd mee naar hoe mensen in de openbare ruimte poseren voor het ideale plaatje. Roozendaal zei: “De vraag die iedereen over digitalisering moet stellen is: in welk land wil jij leven? Ons gesprek moet gaan over publieke waarden, de manier waarop we ze wegen en waar ze met elkaar schuren.”


Als de overheid niemand in de steek wil laten, hoe gaan mensen dan digitaal iets doen voor een ander die het zelf niet kan? “Nu moet ik inloggen met de DigiD van mijn kind of degene voor wie ik mantelzorg als ik iets voor hen wil regelen. Willen we dat?” De overheid moet meer doen, zei Rozendaal. Digitale overheidsdiensten zijn moeilijk te gebruiken vanwege het taalgebruik, omdat ze niet ingericht zijn voor mensen met een beperking, omdat mensen niet weten hoe de overheid werkt. “De overheid zou zich in de eerste plaats niet moeten richten op ons, de mensen die dit congres bijwonen, maar op de mensen buiten dit gebouw. Het eerste doel van mijn werkagenda is dus niet technisch, maar een optelsom van wat wij kunnen doen om mensen niet te vergeten.”


Als oplossingsrichtingen noemde hij radicale openheid en transparantie, digitale portemonnees waarin burgers hun data opslaan en zelf kiezen welke ze delen en met wie, en input vragen van mensen die een afspiegeling zijn van de samenleving. “Vraag de samenleving om kritiek en hoe de dingen beter kunnen.”


Via vragen vroeg het publiek aandacht voor mediawijsheid voor jonge mensen, profilering van kwetsbare groepen, de digitale infrastructuur in het Caribisch deel van het koninkrijk en de rol van de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO) als achtervang voor het gebrek aan toegankelijkheid van overheidswebsites. De selectie aan onderwerpen gaf goed hoe breed het thema digitalisering is en hoe veel werk er nog is te verzetten.

Ons gesprek moet gaan over publieke waarden